Stuurgroep-voorzitter Sjaak de Gouw over ABR en een duurzaam zorgnetwerk

Sjaak de Gouw is directeur publieke gezondheid en voorzitter van de stuurgroep van ABR Zorgnetwerk Holland West. Hij was betrokken bij de oprichting van de zorgnetwerken en is sindsdien actief als netwerkpartner. Waar nodig stuurt hij bij en zorgt hij voor draagvlak bij instellingen en overheden. Maar hoe minder de stuurgroep moet doen, hoe beter, zegt Sjaak. Want eigenlijk gaat het heel goed met ABR Zorgnetwerk Holland West. De volgende stap? Dat is het werk van het zorgnetwerk duurzaam inrichten.

Een doel van het zorgnetwerk is ondersteuning bieden zodat zorginstellingen effectief beleid kunnen voeren op het gebied van antibioticaresistentie. Sjaak de Gouw is blij om te zien dat steeds meer instellingen dat ook doen: ‘Denk bijvoorbeeld aan richtlijnen over hoeveel en welke antibiotica huisartsen voorschrijven. En richtlijnen over infectieziektepreventie waardoor er minder besmettingen plaatsvinden.’ Een ander doel is om de samenwerking tussen instellingen te bevorderen. ‘Stel, een patiënt met een resistente bacterie zoals MRSA verplaatst van het ziekenhuis naar een verpleeghuis. Dan is het belangrijk dat de instellingen ervoor zorgen dat de resistente bacterie niet wordt doorgegeven, door elkaar goed en tijdig te informeren over de status van deze patiënt. Zo zorgen we ervoor dat er geen overdracht plaatsvindt tussen instellingen en kunnen we op tijd preventieve maatregelen te nemen.’

Het belang van samenwerken is door de pandemie nog duidelijker

Hoewel het misschien niet direct logisch klinkt: de pandemie heeft een positieve bijdrage geleverd aan het zorgnetwerk. Het belang van samenwerking en transmurale zorg werd ineens een stuk duidelijker. ‘Het was van belang om snel zoveel mogelijk mensen uit het ziekenhuis te verplaatsen, bijvoorbeeld naar verpleeghuizen of revalidatie-instellingen. Op die manier konden we klinische capaciteit beschikbaar maken voor corona-gerelateerde patiënten. Er kwam meer besef dat er ketens zijn die met elkaar moeten en kunnen samenwerken. Dat ging goed. Verschillende regionale instellingen kennen elkaar nu beter en zij dragen patiënten beter aan elkaar over. We kunnen in Nederland nu nog beter de juiste zorg op de juiste plek geven.’ 

Tijdens de pandemie werd ook duidelijk dat er onder zorgprofessionals behoefte was om expertise en informatie te delen. ABR Zorgnetwerk heeft daarom een structureel regionaal signaleringsoverleg voor langdurige zorg georganiseerd. Ook was er een tweewekelijkse nieuwsbrief samen met GGD Hollands Midden en GGD Haaglanden. De netwerkcontacten die in die tijd zijn opgebouwd zijn nu nog actief en zorgen dat zorgprofessionals beter met elkaar in contact staan.

Verbeterpunten antibioticaresistentie

De verbeterpunten op het gebied van antibioticaresistentie zitten in het uitdagen en uitnodigen van instellingen die geen acute focus hebben op hygiëne. ‘Ziekenhuizen zijn bijvoorbeeld altijd met hygiëne bezig. Thuiszorginstellingen, psychiatrisch verpleeghuizen en de verstandelijk gehandicaptenzorg maken vaak wat meer een afweging tussen hygiëne en woonbeleving. Tijdens corona zagen we hoe lastig die afweging soms was.’ Volgens Sjaak zien instellingen de urgentie van hygiëne wel, maar moeten teams enthousiast gemaakt worden om er ook duurzaam mee aan de slag te gaan. ‘Het onderwerp staat op de agenda, maar er is menskracht en budget nodig om actief infectiepreventiebeleid te voeren. Het regionaal coördinatieteam (RCT)  van ABR Zorgnetwerk Holland West kan hierbij ondersteunen door bijvoorbeeld een infectiepreventie audit uit te voeren, het gebruik van een audit app aan te bieden of te helpen bij het opstellen bij verbeterplannen.’

De rol van de stuurgroep

Het RCT heeft een actieve rol bij het opzetten van regionale activiteiten en informatieverspreiding, zegt Sjaak. De stuurgroep werkt meer op de achtergrond en komt een paar keer per jaar bijeen om beslissingen te nemen op bestuurlijk niveau. Zijn er problemen met een financiering? Wordt een bepaalde partij wel of niet opgenomen in het zorgnetwerk? Moet er bestuurlijk draagvlak gecreëerd worden voor een project? Dat zijn zaken waarover de stuurgroep gaat. 

Het liefst doet de stuurgroep zo weinig mogelijk, vertelt Sjaak. ‘Niet omdat we niets willen doen, maar juist omdat weinig hoeven doen betekent dat het goed gaat. Als alles goed geregeld is, het RCT goed is georganiseerd én je hebt de koers bepaald, dan hoef je weinig te sturen.’ De stuurgroep vergadert dan ook niet om het vergaderen, zegt Sjaak. ‘Als er alleen informatieve punten op de agenda staan, dan kunnen we best zeggen: het gaat goed, we hoeven hier geen vergadering voor te starten. Dan kun je juist verder vooruitkijken.’

Meer draagvlak voor plannen in de koelkast

Sjaak merkt dat er de afgelopen jaren meer draagvlak is voor plannen maken in de koude fase. ‘Iedereen vindt nu: we moeten zorgen voor een goede voorbereiding die we zo uit de kast kunnen trekken. Maar lukt het ook om verder te denken? Stel dat er tien jaar lang geen sprake is van een pandemie. Lukt het dan om de voorbereiding tien jaar vol te houden? Schaffen we telkens opnieuw beschermingsmiddelen aan? Of besteden we dat geld ergens anders aan? Bieden we mensen ieder jaar een training aan? En blijven zij daar de noodzaak van inzien?’ Dit geldt volgens Sjaak zowel voor infectiepreventie als voor antibioticaresistentie. 

Uitdaging voor de toekomst

Antibioticaresistentie is een sluipend en zorgwekkend probleem, want alhoewel er nu ook mensen overlijden aan infecties veroorzaakt door resistente bacteriën is de verwachting dat de aantallen zullen toenemen. Voorzorgsmaatregelen blijven dus nodig in de toekomst. Een goede voorbereiding is daarom het halve werk, maar de uitdaging zit volgens Sjaak in het vooruitkijken. ‘Ik probeer altijd te denken in termen van duurzaamheid. Hoe zorgen we ervoor dat de activiteiten en het netwerk dat we hebben opgezet, stevig blijven staan? We moeten blijven investeren in wat we hebben opgebouwd. Ook als de problematiek niet direct zichtbaar is. We moeten toe willen naar een duurzamer netwerk, robuust en goed gefinancierd. Zodat het zorgnetwerk blijft werken en het onderdeel blijft van het reguliere zorgproces.’

Meer lezen over de organisatie van ABR en infectiepreventie?